Algemene informatie over de schietsport

 

Sportschieten

Sportschieten is een sport die geschikt is voor iedereen en voor iedere leeftijd. Het is een sport voor perfectionisten die niets willen missen. Een (Olympische) sport waar alles in zit en die kan worden beoefend van recreatief tot aan topsportniveau. Een sport die in Nederland momenteel door circa 42.000 bij de KNSA geregistreerde schutters wordt beoefend in de leeftijdscategorie van circa 9 tot 90 jaar.

Om een (zeer) goede schutter te worden, moet iemand wel over bepaalde extra kwaliteiten beschikken. Om aansprekende resultaten te behalen bij het schieten, zijn een goede conditie, lichaamsbeheersing en concentratievermogen belangrijk. Met deze eigenschappen kan iemand zelfs uitgroeien tot een topper, waarvan Nederland er inmiddels een aantal kent. Het hoogste niveau dat een sportschutter kan bereiken, is het lidmaatschap van één van de KNSA-kernploegen (o.a. Geweer, Pistool, Kleiduiven).

Zowel voor de recreatieve als voor de wedstrijdschutter worden ieder jaar veel (KNSA-)wedstrijden georganiseerd. Junioren komen daarbij zelfs specifiek aan bod met de speciaal voor hen ingestelde jaarlijkse Juniorencompetitie. Junioren kunnen uiteraard ook aan andere wedstrijden deelnemen, net zoals senioren en veteranen, zowel dames als heren. De Associatie organiseert wedstrijden voor elke categorie en voor elk niveau schutter.

Tevens worden regelmatig topschutters uitgezonden naar internationale wedstrijden, zoals Europese en Wereldkampioenschappen, Wereldbekerwedstrijden en één maal in de vier jaar naar de Olympische Spelen.

Natuurlijk is het slechts een zeer select gezelschap dat op zo'n hoog niveau wil en kan schieten. Het merendeel van de sportschutters beoefent de schietsport op recreatief niveau, en neemt al dan niet deel aan wedstrijden binnen of buiten de eigen vereniging.

 

Veiligheid

De schietsport is één van de veiligste sporten in ons land. De KNSA draagt hiertoe bij door het opstellen van goede reglementen, het opleiden van deskundig kader en het adviseren bij de bouw van veilige schietbanen.

 

Schietsportonderdelen

De schietsport kent een zeer grote diversiteit aan onderdelen (disciplines). Ze wordt namelijk beoefend met verschillende vuur- en luchtdrukwapens, waarvoor afzonderlijke disciplines zijn ingesteld. De vuurwapens variëren van zeer moderne schietsportwapens tot zeer oude voorladers uit vorige eeuwen. De KNSA kent binnen haar organisatie verschillende wapengroepen, zoals Luchtgeweer, Klein Kaliber Geweer, Groot Kaliber Geweer, Pistool, Kleiduiven en Historische Wapens.

Voor al deze wapengroepen en onderdelen zijn reglementen vastgesteld aan de hand waarvan wedstrijden worden verschoten (open wedstrijden, klasseringswedstrijden, postwedstrijden, juniorenwedstrijden, enzovoorts). Voor (bijna) ieder onderdeel bestaan tevens KNSA-kampioenschappen, zoals Afdelings, Districts- en Nederlandse Kampioenschappen. Op de Olympische Spelen worden in totaal 15 schietsportdisciplines beoefend. Het kleiduivenschieten is wellicht het meest bekende voorbeeld daarvan, maar er is ook een grote verscheidenheid aan geweer- en pistooldisciplines onder de Olympische onderdelen. Ook Nederlandse (top-) sportschutters (kernploegleden) nemen regelmatig deel aan de Olympische Spelen, waarvan de schietsport trouwens als één van de eerste sporten reeds vanaf het ontstaan een vast onderdeel is. Topsport is de KNSA dus niet vreemd.

 

Wapens

Voor de beoefening van de schietsport is een (sport-)wapen nodig. Een beginnende sportschutter die lid is van een (KNSA-) schietsportvereniging, mag volgens de Nederlandse wetgeving meteen een eigen luchtdrukwapen aanschaffen maar (nog) geen vuurwapen. Mede daarom zijn de luchtdrukdisciplines (luchtgeweer/luchtpistool) bij uitstek geschikt voor personen die net kennismaken c.q. beginnen met de schietsport. Ook de basistechnieken van het geweer- en pistoolschieten (klein- en grootkaliber) kunnen met luchtdrukwapens goed worden aangeleerd.

Maar een beginner kan ook één van de vele andere door de KNSA gereglementeerde en/of erkende disciplines beoefenen. Gelet op de relatief hoge aanschafkosten van een schietsportwapen maar ook vanwege het feit dat een schutter pas na enige tijd (minimaal één jaar lidmaatschap van een KNSA-schietvereniging) een eigen vuurwapen mag aanschaffen, kan een schutter ook (eerst) gebruik maken van zogenaamde ‘verenigingswapens’. Dit zijn wapens die binnen de vereniging beschikbaar zijn. Eén of meerdere leden van de vereniging hebben een verlof voor deze wapens en mogen deze op de schietbaan overdragen aan een schutter. Zo kan iemand eerst kennismaken met verschillende schietsportonderdelen voordat hij of zij een keuze maakt voor een bepaalde discipline en daarna voor de eventuele aanschaf van een eigen wapen dat geschikt is voor de beoefening van die discipline.

Het is niet noodzakelijk of verplicht om een eigen wapen aan te schaffen; de wapens van de vereniging kunnen daarvoor ook worden gebruikt. Vaak is het natuurlijk wel zo, dat iemand een eigen wapen wil hebben om zo vaak en goed mogelijk mee te kunnen oefenen op de schietbaan, zodat betere resultaten kunnen worden behaald.

 

Ademhalingstechniek bij de schietsport

Ademhaling is iets vanzelfsprekends.

We denken er niet bij na.

Iedere sporter zou dit wèl moeten doen!

Ademhalen, Ademtocht en Ademhalingsquotiënt

  • Ademhalen: Het opnemen en weer uitdrijven van lucht door de daarvoor bestemde organen.
  • Ademtocht: De hoeveelheid lucht die op eens ingenomen kan worden.
  • Ademhalingsquotiënt: Verhouding tussen kooldioxide die bij de ademhaling vrijkomt en in dezelfde tijd opgenomen zuurstof

Waarom ademhalen?

  • Het lichaam verricht arbeid
  • Het lichaam vraagt om energie
  • Energie wordt opgewekt door verbranding
  • Verbranding vraagt om zuurstof en produceert CO2
  • Onze longen nemen zuurstof op en voeren kooldioxide af

Beheersing van de ademhaling schept de mogelijkheid om de energie economische te benutten.

Ademtocht en ademhalingsquotiënt zijn belangrijk.

De ademhaling wordt onbewust gestuurd door de hersenen aangestuurd door de zuurstofspanning in het bloed. Door het zuurstofgebruik, tengevolge van extra belasting van het lichaam, past de frequentie en het volume van de ademhaling zich automatisch aan.

In rust ademt de mens ongeveer 12 maal per minuut.

Ademtocht
Hoeveel lucht nemen wij “bewust” in per ademhaling?
Hoeveel hebben we nodig voor welke functie?

Ademhalingsquotiënt
Hoe gezond zijn we?
Hoe functioneren onze longen?
Welke conditie hebben we?

Anatomie:

Via de luchtpijp wordt zuurstof (O2) rijke lucht ingeademd en kooldioxide (CO2) rijke lucht uitgeademd

Via de vertakkingen van de luchtpijp komt de ingeademde lucht in de longblaasjes terecht.

Via de wand van de haarvaten die om de longblaasjes lopen vindt de uitwisseling van O2 en CO2 plaats.

Buikademhaling vs. Borstademhaling

Bij buikademhaling blijft de borstkas in rust.
Buikademhaling heeft een ontspannende werking.

Bij borstademhaling zet de borstkas uit zowel in de breedte als in de hoogte.
We zien dat de schouders iets omhoog gaan.

Leren bewust te ademen:

Relaxed gaan zitten

  1. Maximaal inademen
  2. Rustig uitademen
  3. Herhalen tot volkomen rust is verkregen
  4. Doe dit langzaam, door de neus in en door de mond uit.

Rustig ademhalen:

  • Rustiger hartslag (mentale invloed)
  • Toevoer van “rijk” bloed in armen en benen
  • Spierontspanning

Motivatie:

De juiste manier van ademhalen en de lengte van de adempauze zijn de basis bij het verkrijgen en behouden van voldoende rust in het lichaam en dus het wapen.

Het is belangrijk tussen de schoten door rustig te blijven ademhalen (buikademhaling).

Als het wapen in de hand is genomen eerst nog een paar keer rustig ademhalen alvorens de schot- procedure inclusief de ademhaling te beginnen.

Een exacte tijdspanne van de ademhalingscyclus is niet te geven daar dit voor iedere schutter individueel is.

De hele cyclus, wapen opheffen tot wapen afzetten, mag echter niet langer duren dan 15 seconden.

Het schot moet afgaan binnen de laatste 5 sec

Hierna volgt de seconde (of 2) voor narichten.

Uitleg:

  • Een mens heeft in rust per minuut ±12 maal een ademcyclus (inademen, uitademen + adempauze).
  • Buikademhaling vs. Borstademhaling (rustgevender en minder beweging in het lichaam).
  • Adempauze in rust ongeveer 2 sec. Bij sportschutter verlengen naar 3-5 sec om schot af te geven.
    Dit mag absoluut niet meer zijn. (anders ontstaat ademnood door zuurstofgebrek).
  • Voor het heffen van het wapen 1 maal diep ademhalen.
  • Tijdens heffen van het wapen rustig inademen door de neus (buikademhaling) tot hoogste punt bereikt is.
  • Tijdens indalen tot in richtgebied half uitademen door de mond, wapen laten zakken tot midden van de schijf.
  • Opnieuw maar iets minder sterk inademen ’’borstademhaling’’.
  • Langzaam uitademen, wapen zakt langzaam in de bewegingsruimte.
  • Het schot gaat af binnen maximaal 5 seconden.

Het proces van de dubbele ademhaling:

  1. De eerste ademhaling, buikademhaling
  2. Bij het omhoog brengen van het wapen over het midden van de schijf: inademen door de neus (buikademhaling)
  3. Tijdens het indalen door het midden van de schijf half uitademen, wapen laten zakken tot midden van de schijf.
  4. Opnieuw maar iets minder sterk inademen ''borstademhaling''.
  5. Langzaam uitademen, wapen zakt langzaam in de bewegingsruimte.
  6. Het schot gaat af binnen maximaal 5 seconden.

    Totale schotprocedure duurt ≤ 15 seconden

Het proces van de enkele ademhaling:

  1. De eerste ademhaling, buikademhaling
  2. Bij het omhoog brengen van het wapen op bovenkant schijf : inademen (buikademhaling)
  3. Tijdens het indalen door het midden van de schijf half tot 2/3 uitademen, wapen laten zakken tot bewegingsruimte van de schijf.
  4. Het schot gaat af binnen maximaal 5 seconden.
  5. 1 à 2 seconden narichten.

Conclusie:

  • De dubbele ademhalingstechniek heeft een wezenlijke invloed op de schotcyclus en het technisch verloop van het schot vanaf het heffen van het wapen tot aan het breken van het schot.
  • Bij overschakeling van de enkele ademhaling naar de dubbele ademhaling zal het bij schutters zeker een verstoring van de afloop van de schotcyclus tot gevolg hebben.
  • De dubbele ademhaling stamt uit 1967/68. De Olympische Spelen in Mexico.

Algemeen:

  • Geeft meer zuurstof in het bloed en dus aan die lichaamsdelen die het nodig hebben.

Specifiek:

  • De dubbele ademhaling sluit meer aan op de natuurlijke ademhalingscyclus en het lichaam zal dus minder deficit aan zuurstof opbouwen. Zeker van belang daar het een fysieke inspanning betreft.
  • Geeft meer rust in de gehele schotcyclus, de schotcyclus wordt niet langer dan de enkele!